Licht
Licht is, naast de samenstelling van het water (inclusief de daarin opgeloste gassen) en de watertemperatuur, de derde omgevingsfactor die van levensbelang is voor de bewoners van een bepaalde biotoop. Daarbij gaat het niet alleen om de lichtintensiteit, maar ook om de kwaliteit van het licht.
Zeewateraquaria stellen andere eisen dan een zoetwater aquarium. Maar ook tussen de zoetwater biotopen onderling zijn er verschillende eisen voor wat betreft de lichtbehoefte.
Kwaliteit van het licht
De kleur van het licht is belangrijk voor planten en dieren. Zonder al te diep in te gaan op de fysische kenmerken en achtergrond is het toch goed om hier even bij stil te staan.
Normaal natuurlijk licht is wit. Maar feitelijk bestaat natuurlijk licht uit een heel ‘spectrum’ aan lichtkleuren, die dan gezamenlijk de kleur ‘wit’ geven.
Dit is goed te zien als we een witte lichtstraal door een prisma laten schijnen. De straal valt dan uiteen in de verschillende kleuren licht. Hetzelfde soort verschijnsel zien we bij een regenboog. In de regenboog wordt het hele spectrum aan kleuren zichtbaar, waaruit ‘wit’ licht is samengesteld.
De regenboog.
Bron:Tom W Sulcer en Haley Sulcer,
Wikimedia Commons.
In het plaatje hieronder is een lineair spectrum weergegeven van zichtbaar licht. Het plaatje laat alle kleuren zien waaruit wit licht bestaat (vergelijk het maar met de foto van de regenboog). De hoofdletters geven het kleurgebied aan (Violet, Blauw, Groen, Geel, Oranje, Rood) en de daarbij gegeven getallen zijn de golflengten van het licht in nanometers, aangegeven als de begrenzingen van het kleurgebied (bron: wikimedia.org/wiki/file:linear visible spectrum.svg).
De kleur van het licht wordt dus bepaald door de golflengte. Door de golflengte te meten is de kleur van het licht exact vast te stellen.
Van zichtbaar licht heeft violet/blauw licht de kortste golflengte en rood licht de langste.
Een plant gebruikt bepaalde kleuren licht voor de fotosynthese, het proces waarbij de plant suikers maakt uit CO2 en water en waarbij zuurstof wordt vrijgemaakt en afgegeven aan de lucht (of aan het water in het geval van aquariumplanten). Dit proces wordt in de rubriek over plantenvoeding uitvoeriger beschreven. De plant gebruikt voor de fotosynthese met name licht uit het blauwe en uit het oranje en rode deel van het spectrum.
Voor een goede plantengroei in een tropisch zoetwater aquarium moet het blauwe en het rode deel van het kleurenspectrum dus voldoende in het licht aanwezig zijn.
Datzelfde geldt ook voor een rifaquarium. Bepaalde koralen en sponzen leven in symbiose met zoöxanthellen, kleine eencellige algensoorten, juist vanwege de fotosynthese die in deze algen plaats vindt. Ook daarvoor is licht nodig. Zonder voldoende licht sterven de zoöxanthellen af en verbleken de koralen om uiteindelijk eveneens af te sterven.
Zoetwateraquaria zonder plantengroei en zeewateraquaria zonder licht behoevende koralen, sponzen, of anemonen, hebben geen speciale kwaliteit licht (lichtkleur) nodig om te overleven. Bij deze aquaria is het over het algemeen voldoende om de kleur van het licht af te stemmen op wat men zelf aantrekkelijk en plezierig vindt.
De intensiteit van belichting is wel een punt van aandacht voor deze aquaria en zou afgestemd moeten worden op de natuurlijke habitat van de dieren in het aquarium.
terug naar boven
AquariumTips.nl is een initiatief van AquariumPlus
Copyright 2013: AquariumPlus