Danio albolineatus - Gouddanio
(syn. Brachydanio albolineatus)
Natuurlijke vindplaats: Birma, Thailand, Maleisië, Sumatra. Natuurlijke biotoop zijn (snel)stromende waterlopen en bergbeken. Daarbij bevinden ze zich vaak in de bovenste waterlagen.
Watertemperatuur: 20 - 24°C. De natuurlijke biotoop plus het feit dat de vissen in de natuur een lengte van 6 cm kunnen bereiken betekent naar alle waarschijnlijkheid dat de minimum temperatuur nog wel wat lager kan en dat deze vissen prima op kamertemperatuur (dus zonder bijverwarming) te houden zijn.
Waterwaarden: stelt weinig eisen aan het water, mits dit helder en redelijk vers is. Regelmatig water verversen is absolute noodzaak. Waterhardheid 5-20 °dGH bij pH 6 - 8.
Afmetingen: tot 6 cm. Meestal blijft de lengte in gevangenschap steken op 3,5 tot 4 cm.
Karakterisering: Vredelievende scholenvis. Kenmerkend is de parelmoerachtige glans op het lichaam wat hen in het Engels de naam 'Pearl Danio' opleverde. De vrouwtjes zijn wat matter van kleur en wat groter en voller.
Er zijn meerdere kleurvarianten waaronder één met een vrij sterk gekleurde roodblauwe
lengteband op het achterste deel van het lichaam.
Voor het eerst in Europa ingevoerd in 1911.
Huisvesting: Houden in een school van minimaal 6 dieren. De natuurlijke biotoop geeft aan dat het Aquarium kan worden ingericht als bergbeek waarbij wat hout en planten langs de rand niet misstaan. Wat stroming in het water zal worden gewaardeerd.
Wat betreft voeding zijn de gouddanio's niet kieskeurig, maar er moet zo nu en dan wel wat levend voer op het menu staan. Kleine insecten op het wateroppervlak (drosophila's, of 'weideplankton') verdienen de voorkeur.
AquariumTips.nl is een initiatief van AquariumPlus
Copyright 2013: AquariumPlus