Advies en Achtergrondinformatie voor het Aquarium
Home
Aquarium algemeen
Water
Licht
Biotopen
Vissen
Planten
Waarom planten?
Waar letten we op?
Plantenvoeding
Belichting
Ongewervelde dieren
Aquariumtechniek
Zoetwater Aquarium
Vissoorten zoetwater
Vissoorten zeewater
Let op!
Stappenplan Aquarium
Namen-Register
Referenties
Sitemap
Gastenboek

 

Belichting, kwaliteit en intensiteit

 

In de rubriek 'Licht' hebben we al gezien dat natuurlijk wit licht uit een heel ‘spectrum’ aan lichtkleuren bestaat, die dan gezamenlijk de kleur ‘wit’ geven. Dit spectrum zien we onder andere verschijnen als waterdruppels het zonlicht breken in de regenboog.

Een plant gebruikt bepaalde kleuren van het zonlicht uit dit spectrum voor de fotosynthese. De fotosynthese is het proces, waarbij de plant suikers maakt uit CO2 en water (H2O) en waarbij zuurstof (O2) wordt vrijgemaakt en afgegeven aan de lucht (of aan het water in het geval van aquariumplanten). Het plaatje hiernaast geeft dat proces schematisch weer. 
De plant gebruikt vervolgens de gemaakte suikers voor de aanmaak van allerlei andere stoffen die de plant nodig heeft. Daarvoor is het dan wel noodzakelijk dat de plant met het water ook allerlei mineralen en sporenelementen opneemt.

Deze onderwerpen worden in de rubriek 'Plantenvoeding' uitvoeriger beschreven. De plant gebruikt voor de fotosynthese met name licht uit het blauwe en uit het oranje en rode deel van het spectrum.

De bladgroenkorrels van de plant (deze worden chloroplasten genoemd), waarin zich het chlorofyl bevindt (dit is het groene pigment dat betrokken is bij de fotosynthese), absorberen voornamelijk licht uit het blauwe en rode gebied. Licht met golflengtes uit het groene deel van het spectrum wordt veel minder door de plant gebruikt. Het groene licht wordt door de plant gereflecteerd. Dit is de reden waarom wij de meeste planten als groen zien.
Andere bladkleuren bij planten ontstaan doordat de plant, naast de bladgroenkorrels, nog één of meerdere andere gekleurde pigmenten bezit. Een voorbeeld daarvan het bètacaroteen dat de wortel zijn typische oranje kleur geeft.
 

Voor een goede plantengroei in een tropisch zoetwater aquarium moet het blauwe en het rode deel van het kleurenspectrum dus voldoende in het (kunst)licht aanwezig zijn.
Bij de meeste, specifiek voor het aquarium ontwikkelde verlichting, is dit geen probleem. Op de websites van de fabrikanten is dit vaak wel te controleren. In elk geval moet uw aquariumspeciaalzaak u kunnen vertellen welke lampen een geschikt lichtspectrum hebben voor de plantengroei in het zoetwater aquarium. 

Het is bekend dat hogere planten voornamelijk licht uit het oranje en rode gebied gebruiken voor de fotosynthese. Toch moet er ook voldoende licht uit het blauwe deel van het spectrum voor de plant beschikbaar zijn om goed gebalanceerde groei en ontwikkeling van de plant mogelijk te maken. Als er alleen oranje en rood licht beschikbaar is, zullen de meeste planten groeidefecten laten zien. Een voldoende uitgebalanceerd lichtspectrum is dus belangrijk voor gezonde groei.

Op de natuurlijke vindplaatsen van de meeste aquariumplanten is het water meer of minder gekleurd door in het water aanwezige humusstoffen. De kleuring van het water absorbeert een groot deel van het kortgolvige blauwe licht en UV licht (Bernd Kaufmann, Algen im Aquarium/Licht).
Om deze redenen is het voor de meeste aquariumplanten ook geen probleem als bij de belichting van het aquarium de lichtsterkte van het kortgolvige blauwe spectrum (met name het UV deel) wordt vermindert, waarbij uiteraard rekening gehouden wordt met de minimum blauw licht behoefte van de plant, zoals hiervoor aangegeven, zodat een optimaal gebalanceerd lichtspectrum wordt verkregen. De planten zullen dan overgaan op het gebruik van meer rood licht voor de fotosynthese.
Dit is een interessante eigenschap, waarvan gebruik gemaakt kan worden bij het bestrijden en voorkomen van algengroei. Voor algen is kortgolvig licht (blauw/UV) belangrijker, zodat het verminderen van kortgolvig licht een competitievoordeel voor de 'hogere' aquariumplanten kan opleveren (de grote Dennerle adviseur, 2003).

Voor zoetwater aquaria is de kleurtemperatuur minder belangrijk. Elke verlichting met een kleurtemperatuur tussen 3500K en 7500K is goed, zo lang als het licht ook maar voldoende licht uit het blauwe en met name uit het rode deel van het spectrum bevat ten behoeve van de planten. Verder kunt u uw keuze bepalen afhankelijk van uw persoonlijke smaak.


Verschillende planten, verschillende lichtbehoefte

Licht wordt door water geabsorbeerd. Zeker als het water opgeloste en gesuspendeerde organische stoffen bevat, wat in de meeste zoetwateraquaria het geval zal zijn, wordt een groot deel van het ingebrachte licht geabsorbeerd, voordat het licht de bodem van het aquarium heeft bereikt.
Metingen met fluorescentieverlichting (TL) in zoetwateraquaria geven aan dat bij een waterdiepte van 40cm de verlichtingssterkte in lux terugloopt tot ongeveer 10 - 12% van de beginwaarde (de grote Dennerle adviseur, 2003). Bij een waterdiepte van 50cm resteert nog ongeveer 7 - 8% van het ingestraalde licht.

Dit betekent dat, als we een verlichtingssterkte van 1000 lux op de bodem van ons 45cm hoge aquarium willen hebben (dit komt ongeveer overeen met een waterdiepte van 40cm), we moeten beginnen met een lamp die ~ 10.000 lux instraalt.

Daarbij moet ook nog worden opgemerkt dat we de eerder genoemde lichtsterktes alleen vinden in een beperkt vlak recht onder de lamp(en). Van daaruit neemt de belichtingssterkte 'radiaal' af. Anders gezegd: loodrecht onder de lamp is de belichtingssterkte het grootst, daarbuiten neemt de belichtingssterkte uitwaaierend af.

Bij de inrichting van het zoetwateraquarium is het uiteraard belangrijk om op de lichtbehoefte van de te gebruiken planten te letten. Net als bij kamerplanten en bij tuinplanten zijn er ook bij aquariumplanten planten die in de schaduw (= minder licht) thuishoren en planten die meer licht nodig hebben. Uw leverancier van aquariumplanten kan u vertellen tot welke groep de door u gewenste  planten behoren.

  Verlichtingssterkte Plantensoorten
 Schaduwplanten > 150 lux Anubias soorten
 Cryptocoryne soorten
 Halfschaduw planten > 1000 - 3000 lux De meeste aquariumplanten
 Vol-licht planten Tot > 8000 lux Sommige roodbladige soorten, voor
 gekleurde stengeltoppen

De tabel hierboven geeft een opdeling naar lichtbehoefte van verschillende groepen aquariumplanten (De grote Dennerle adviseur, 2003).
De lichtbehoefte in de tabel is weergegeven in lux. In de rubriek ‘Licht’ is al aangegeven dat waarden in deze eenheid feitelijk aangeven wat het menselijk oog ziet, en dat dit niet direct correspondeert met wat de planten nodig hebben.  De waarden in deze tabel gelden daarom alléén bij gebruik van lampen die speciaal ontwikkeld zijn voor beplante aquaria, dus met een goed gebalanceerd spectrum en een kleurtemperatuur van 3000 tot 7000K, zoals de T5 verlichting van DENNERLE.

Let bij inrichting van uw aquarium ook op de schaduw van groter wordende planten. De bladeren van grote planten kunnen veel licht wegvangen.

Concluderend kunnen we voor wat betreft de benodigde lichtintensiteit stellen dat we, voor een goede en voldoende belichting van de bodem (d.w.z. geschikt voor de groei van lichtbehoevende planten), de waterdiepte in het aquarium moeten beperken tot maximaal 50 cm. Bij deze waterdiepte is in het zoetwater aquarium nog ongeveer 7 – 8% van het ingestraalde licht op de bodem beschikbaar.
Bij diepere aquaria kan een inrichting in etages, waarbij de sterker lichtbehoevende planten hoger in het aquarium geplaatst worden, een oplossing zijn.


De lengte van de dag => Belichtingsduur

Naast kwaliteit en intensiteit is ook nog de belichtingsduur van belang. Zeker voor een zoetwateraquarium mag de belichtingsduur niet te lang zijn!

De meeste van onze aquariumvissen en –planten komen uit de tropische klimaatzones. De daglengte is daar altijd rond de 12 uur. Dit is ook zondermeer de beste maximale belichtingsduur die u aan kunt houden voor het aquarium. 
Aangezien onze aquaria vaak in de huiskamer staan is het geen overbodige luxe om hier even apart bij stil te staan.
Immers, wij verlengen onze ‘dag’ normaalgesproken tot ongeveer 16 uur. En een donker aquarium in de kamer is niet echt leuk om te zien.

Voor een tropisch zoetwateraquarium is ons advies om een lichtpauze in te lassen van ongeveer 3 tot 4 uur, aan het begin van de middag, waarbij u de (hoofd)verlichting boven het aquarium uitschakelt.
Het belichtingsschema kan er dan als volgt uitzien: 8 – 13 uur eerste lichtperiode; 13 – 16 uur lichtpauze; 16 -  23 uur tweede lichtperiode.
Let er op dat (1) de belichtingsperiodes tenminste 4 uur lang zijn en (2) het aquarium tijdens de lichtpauze niet volledig verduisterd is. Als er wat diffuus licht in het aquarium valt (b.v. door een raam op 2 á 3 meter afstand, of een lamp op 1á 2 meter afstand) tijdens deze periode is dat voldoende.
Een dergelijke lichtpauze blijkt prima te werken voor de aquariumplanten en, zo blijkt uit de praktijk, helpt om algenproblemen te voorkomen en op te lossen (Bron: Bernd Kaufman, Algen im Aquarium/Licht, Aquamax; De grote Dennerle adviseur, 2003).

Voor een aquarium met alleen vissen komt de belichtingsduur minder kritisch.

 
Tot slot

Het zal duidelijk zijn dat licht van de juiste kwaliteit tot de belangrijkste levensbehoeften voor de plant behoort. Het licht levert de energie voor het proces van fotosynthese, dat de basis vormt voor de groei van de plant.
Het is daarbij belangrijk om, bij de toediening van de andere noodzakelijke voedingsstoffen voor de planten, zoals die al eerder in deze rubriek zijn opgesomd, de hoofdregel voor een goede verzorging van aquariumplanten in acht te nemen. Deze hoofdregel is dat voor een goede en gebalanceerde plantengroei het licht altijd de beperkende factor moet zijn.
Met andere woorden: er moet altijd nog iets van de andere voedingsstoffen beschikbaar zijn als de lampen uitgaan.

Nog een laatste opmerking met betrekking tot de aquariumverlichting.
Ook aanpassingen van de verlichting (ander lichtspectrum, of andere intensiteit) moeten, waar mogelijk, geleidelijk worden uitgevoerd. De meeste aquariumplanten kunnen zich goed aanpassen, maar hebben wel enige tijd nodig om zich goed in te stellen. Bij levende organismen gaat het altijd om biologische systemen, niet om het simpelweg omdraaien van een knop. Volgens ‘De grote Dennerle Adviseur’ (2003) duurt een volledige aanpassing van planten bij verandering van lichtkleur (spectrum) ongeveer 3 tot 6 weken.
 

 

 

 

terug naar boven
 

AquariumTips.nl is een initiatief van AquariumPlus

Copyright 2013: AquariumPlus

AquariumTips.nl  | info@aquariumtips.nl